|
|||||||||
|
De eerste tent voor Rubáiyát is klaar bij de afsluiting van de tentoonstelling 'Progress in beeld' | ||||||||
werk op meerdere locaties: in eigen atelier (december 2007) in Arti et Amicitiae (januari 2008) toren in de Haagse Kunstkring (maart 2008) kleine Kringbank en ander werk in Bergen (april 2008) 'toren voor de viool' (juni 2008 Burgh-Haamstede) 'Rubáiyàt in Groningen' (augustus 2010) |
|||||||||
'de eerste tent voor Rubáiyát' in aanbouw (grote zaal Pulchri, september 2007) | |||||||||
|
|||||||||
Rubáiyát
Rubáiyát
is een installatie van beeldend kunstenaar Wieke
Terpstra en componist André Douw. Het is een voorstelling met muziek
in een landschap van papieren tenten. Uitgangspunt zijn de
kwatrijnen uit het dichtwerk Rubáiyát van de twaalfde eeuwse
Perzische dichter Omar Khayyam. Deze teksten worden, in Nederlandse
vertaling, gezongen door een kinderkoor en -solisten met begeleiding
van een paar muzikanten. Voor de uitvoering van het videogedeelte
werken wij samen met Fernando Riscado Cordas.
De muziek voor trommels, trombone, cello, klarinet, basklarinet, gitaar en kinderkoor en -solisten wordt tijdens de repetities in de ruimte met tenten opgenomen op film. Na de montage wordt de film geprojecteerd op de wanden van de ruimte, maar ook in en op de tenten. In de filmmontage worden ook andere beelden die worden geassocieerd met de gedichten verwerkt . De verschillende fragmenten worden aangestuurd door de bezoeker die door het passeren van een elektronisch oog de beelden en geluidsopnames laat beginnen. De bezoeker stuurt zelf de diverse projectie apparatuur en CD-spelers aan en bepaalt met de route die hij kiest in dit landschap, vorm en volgorde van klank en beeld. De samenwerking tussen een beeldend kunstenaar en een componist vooronderstelt dat het beeld en de muziek elkaar nodig hebben en versterken. Beeld en geluid kunnen niet zonder elkaar en zijn gelijke partners: de muziek wordt geen achtergrond voor een decor, en de installatie wordt geen decor bij een concert. Het verschil tussen beide zit hem in de tijdsbeleving. Tijdens het luisteren naar muziek maakt het publiek een ontwikkeling mee. De componist bepaalt hoe lang het stuk duurt en bij een uitvoering van het stuk zit men in de zaal en luistert. In scherp contrast daarmee staat het beeld van de kunstenaar stil, en de toeschouwer is vrij om hier lang of kort bij te verpozen. Ook bij een videoprojectie is de kijker vrij om de film wel of niet uit te kijken. Muzikanten zien spelen, maakt naar muziek luisteren tot een bijzondere belevenis. Als een uitvoering als projectie in een beeld plaatsvindt versterken de twee elkaar.
|
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
De kwatrijnen van Omar
Khayyam |
|||||||||
|